Zoeken naar de essentie
Er is één persoon die Vincent Holvoet over de streep trok om architect te worden: Gilbert Decouvreur, leraar architecturale vormgeving in de middelbare afdeling van het Sint-Lucas instituut in Gent. Hoe hij zijn lessen invulde, hoe lyrisch en tegelijk kritisch hij doceerde over architectuur werkten aanstekelijk. “Architectuur moet je niet alleen zien, je moet het vooral beleven,” is één van zijn motto’s. Waarmee hij meteen de essentie raakt van wat architectuur is.
Bekijk zeker het interview met Gilbert Decouvreur, ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag.
Tijdens en na zijn studie architectuur aan het Sint-Lucas Instituut in Gent groeit bij Vincent Holvoet het besef dat er nood is aan een betere verstandhouding tussen traditie en moderniteit. De architectenbureaus waar Holvoet ervaring opdeed, waren dan ook geen toevallige keuzes. Plekken waar hij enerzijds de waarden van traditionele architectuur(stijlen) leerde begrijpen en doorgronden én anderzijds nieuwe technieken, bouwmethodes en materialen leerde kennen.
Deze invloeden worden versterkt door een spiritueel besef. Mensen hebben nood aan ingetogenheid en geborgenheid. En het antwoord op die vraag kan wel degelijk (mede) geleverd worden door een doordachte architecturale vormentaal, die rust uitstraalt. Dat lijkt eenvoudig, zeker als je kwaliteitsvolle bouwwerken bekijkt en beleeft, maar de juiste toon vinden vergt toch enige vaardigheid en zin voor balans.
Vincent Holvoet verwijst hiervoor graag naar de visie van architect Dom Van der Laan en bij gevolg ook naar die van Vincent Vanduysen. Zijn architectuur streeft niet naar goedkope effecten, maar naar stilte. Hij creëert plekken waar je even kan ontsnappen aan de wereld van de flitsende beelden. Een soort meditatieve plaats, zo je wil: de ingetogenheid van die bouwwerken werkt aanstekelijk voor wie er komt. Een kracht die ook eigen is aan de Romaanse bouwkunst.
Eenheid tussen architectuur en omgeving
Een gebouw maakt altijd deel uit van een grotere omgeving: een landschap, een dicht stedelijk weefsel, een residentiële wijk… En dus heeft een gebouw invloed op die omgeving en hoe mensen er in leven. Dat geldt vooral voor openbare gebouwen, die toegankelijk zijn voor occasionele gebruikers.
De uitdaging? De juiste verhoudingen en dimensies zoeken, in de architectuur zelf en in relatie tot de omgeving. In de grote lijnen, in het kleinste detail… Even vaak gebeurt dat door weg te laten dan door toe te voegen. Dàt is de kracht van een duurzaam ontwerp.
Vincent Holvoet wil zich niet zo zeer onderscheiden door een specifieke bouwstijl, maar eerder door hoe hij de grotere ruimte mee helpt ontwikkelen. Of met andere woorden: hoe een bouwwerk zich verzoent met de omgeving.
Hoe beleven wij architectuur in ons land? De versnippering van bouwstijlen, typologieën en materialen maakt het ons niet erg gemakkelijk. Het boek Ugly Belgian Houses van Hannes Coudenys is wel degelijk een alarmsignaal, eentje met een knipoog, maar toch een oprechte persoonlijke bekommernis van de auteur. Een prikkel die tot nadenken stemt, ook al lijkt hij niet onmiddellijk oplossingen te bieden.
Maar het goede nieuws is: de oplossingen zijn er! Vaak gaat om het gebouwen die de moeite zijn om te bewaren, omdat ze een stevige, degelijke structuur hebben. Met soms vrij eenvoudige ingrepen kan het uitzicht spectaculair verbeteren en past het gebouw wél in de omgeving. Een evenwicht tussen vorm en functie, de juiste verhoudingen en dimensies, samenhangende materialen zijn voor Vincent Holvoet evident en essentieel. Dat geeft een renovatie een opmerkelijke meerwaarde. Omdat je een gebouw redt van de sloop én het nieuwe kwaliteiten geeft op basis van de bestaande troeven!”
Een gebouw, straat of wijk doen herleven via renovatie versterkt de identiteit en het welbehagen van bewoners en bezoekers, op een heel andere manier dan nieuwbouw. Het geeft hoop én kan een stimulans zijn voor nieuwe herstel-projecten.
Vele buurten en zelfs hele steden kunnen een opknapbeurt gebruiken. Gelukkig zijn architecten zich hiervan bewust en kunnen ze vanuit die bekommernis een interessante bijdrage leveren.
Imaginn
Sommige ontwerpers promoten nieuwe vormen van architectuur gebaseerd op het passiefconcept, op het principe van afbreekbare materialen, cradle to cradle… Dat is positief, maar het mag ons niet laten voorbijgaan aan de enorme potentie van het bestaande gebouwde.
Architectuur mag geen product van de wegwerp- of prestigemaatschappij zijn. Wat niet meer volstaat, moet niet altijd geëlimineerd worden, maar misschien een nieuwe boost krijgen. Van een wit blad herbeginnen is heel soms de enige optie, maar dan moet de afbraak gegrond zijn. De realiteit dwingt ons om creatief te zijn en duurzame, economische oplossingen te zoeken. Opnieuw: véél veranderen met weinig middelen. Dat is de toekomst van architectuur.
Architectuur moet aandacht hebben voor toekomstige generaties. In een glazen bol kunnen we niet kijken. Wat mensen over tien, twintig of dertig jaar zullen verwachten van een gebouw, moet nog blijken. Maar de gebouwen die nu gerealiseerd worden, moeten en kunnen wél anticiperen wat betreft duurzaamheid. De uitdaging is een geslaagd huwelijk zoeken tussen bouwtechnische, economische, sociaal-maatschappelijk en individuele waarden.
In het duuzaamheids-verhaal is “schoonheid” géén waardeloos aspect. Integendeel: mooie dingen worden geapprecieerd, gekoesterd en gaan dus langer mee in de tijd. Meer nog: mooie dingen maken mensen gelukkig. Zelfs al zijn ze zich daarvan niet helemaal bewust. Een mooi gebouw maakt dat je ergens echt thuis komt, het bezorgt mensen een gevoel van welzijn.
Praktisch: slopen, de laatste optie
Hoe weet u als kandidaat-koper of nieuwe eigenaar of een gebouw te redden valt? Eenvoudig in te schatten is dat niet. Vraag raad aan een architect, nog voor u tot aankoop of tot concrete plannen over gaat. Een vrijblijvende haalbaarheidsstudie in combinatie met een schetsontwerp is de troef van imaginn. Het ene gebouw heeft een degelijke structuur die perfect hergebruikbaar is, bij een ander pand moeten bestaande delen misschien toch plaats ruimen om een herbestemming mogelijk te maken. Of misschien is het bestaande gegeven gewoon te bouwvallig, is renovatie niet haalbaar en komt de sloophamer in zicht. Maar dat is de laatste optie……
Wat de conclusie ook is, met een haalbaarheidsstudie is ze gebaseerd op reële - maar niet altijd zichtbare - kenmerken van het gebouw in kwestie.
Tip: bepaalde stadskernen promoten de wederopbouw van een huis aan 6% btw in plaats van 21%. Dit geldt bijvoorbeeld in de stad Kortrijk.
Tekst : Sofie De Vriese